Montauban: in totale radiostilte herdenkt Pedro Sanchez Manuel Azaña, de laatste republikeinse president. Is Spanje alleen nieuwswaardig als er iets mis gaat, maar niet waardig als land?
25 feb. 2019 Door Françoise Dubosquet…
Gisteravond las ik de Spaanse pers en de Dépêche du Midi, die een bezoek van de Spaanse minister-president aan Montauban, Collioure en Argelès versloegen, en ik vroeg me af waarom de nationale media zich in stiltzwijgen huldigden. Uit nieuwsgierigheid of een treurig besef zappte ik de hele avond door . Op de buis : gele hesjes, een reisje door Korea, plastische chirurgie voor je 20e verjaardag, hoe de sneeuw er bij ligt !! Totale radiostilte (op tv)
Geen woord, geen enkel beeld van het eerbetoon van de président van de Spaanse regering aan de laatste président van de Spaanse Republiek op de begraafplaats van Montauban, aan de dichter Antonio Machado in Collioure, aan zijn landgenoten die op dat strand in Argelès zijn omgekomen. Geen officiële aanwezigheid naast Pedro Sanchez behalve de prefect. Alleen in het persoverzicht van vanmorgen van France Inter werd dit genoemd en werd er bezorgdheid over geuit: is men alleen geïnteresseerd in Spanje’s gebreken en niet in de waardigheid van het land?
Nochtans is dit de eerste eerbetuiging sinds Franco’s dood, van een socialistische regering die het minimumloon flink opschroeft en die stappen onderneemt om het lichaam van de dictator op te graven, … verdiende het niet enkele seconden van onze tijd?
Ongetwijfeld zal men het wijten aan het begin van de verkiezingsstrijd, terwijl men zich zal toespitsen op de inval van Vox of het « proces » om te beweren dat er sinds Franco in Spanje niets is veranderd. Het gaat meest om schimpdebatten, doofdoeners helaas vaak grenzend aan spotternij. Ik wil hier die discussie niet voeren. In een dictatuur verliezen we onze waardigheid en in de democratie maar al te vaak het fatsoen.
Wellicht heeft het zin om eraan te herinneren dat Spanje een democratie is en dat dit eerbetoon een gelegenheid was om de schaduwzijden van ons land te verkennen? Het niet-optreden in 1936, de aanleg van concentratiekampen (in deze tijden van zinledigheid niet te verwarren met vernietigingskampen! Dit neemt het lijden en de dood van hen die er in het zand leefden, in de kou, de honger aan de poorten van Spanje geenzins weg. In het tweede geval is het streven ongewoon scherp uitgedrukt).
« Onder de keien, het strand » zei men in 1968 en onder het strand van Argelès zien we een grafveld van verloren illusies of een testament: een monument van waardigheid van hen die, jong en oud, groot of klein, beroemd of anoniem, het fascisme ontvluchtten, in het verzet streden om te overleven, en die mettertijd oorlogsmoe, bij ons zijn gebleven.
Het is aan hen dat ik deze korte tekst opdraag, aan al diegenen die hun magere bagage, hun dichters, hun hoop en hun waardigheid hebben meegebracht (zonder Paco Ibañez had ik mijn eerste gedichten in het spaans moeten lezen !), die mij hebben ingegeven een taal, een cultuur, een land te ontdekken, een land dat mijn ziel heeft gesmeed als Hispanist, maar ook aan hen die deze reis naar Montauban, Collioure of Argelès 80 jaar later hebben gemaakt. Deze herinnering is ook de onze.
En op deze 24 februari 2019, onder de zon, niet van de jeugd, maar van de herinnering, tussen rood, goud en violet, is Azaña’s boodschap van 1938, « Paz, Piedad y perdón », nog dwingender als morele verplichting naar toekomstige generaties toe om van het verleden te leren en vrede op te bouwen. De dichter* zei : Vergeven is niet vergeten. Het heeft niets te maken met een vergeten verleden maar met het verzaken van een ethische plicht. Vergeving is een wapen van de toekomst, net als een gedicht :
Heilige plaatsen laten ons leven / allemans geschiedenis in de eerste persoon / De bloemen op Machado’s graf / kleuren van een vlag / de kleur van mijn melancholie / (….)
Hoe moeilijk is het lot / van de volkeren die leven beschermd / door de genade van een gedicht /Hoe moeilijk is de ultieme / eenzaamheid van Machado.
Luis García Montero*, Collioure.